Themabewertung:
  • 0 Bewertung(en) - 0 im Durchschnitt
  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Brood en rozen (2)
#1
Brood en rozen.


I.

'k Was uit mijn marmeren paleis getogen,

Stil, in 't geheim, alleen, bij avondrood,

Mijn blanken mantel vol verborgen brood,.

Voor wie mij wachtten, bleek met brandende oogen,



Mijn uitgevaste Illusieën. - Zacht floot,

Boven mijn hoofd, zijn hoonlied: - ‘Ziel is logen!’

Een vogel zwart, doch éen, vol mededoogen

En sneeuwwit, zong: - ‘Roep moed! bloei zoet!’ en vlood.



Doch diep in 't woud, kwam ik mijn heerscher tegen,

Die wederkwam van jacht op weerloos wild.

- ‘Hoe dwaalt zoo laat gij langs verborgen wegen?



Wat bergt uw kleed, dat gij verbleekt en trilt?’

Toen, uit mijn mantel, stroomde een rozenregen.

Hij liet mij gaan: álle argwaan was gestild.



II.

Instêe van brood, kom ik u rozen brengen,

O lieve Droomen, die mij valt te voet,

Me uw leege handen strekkend tegemoet.

Dit hemelteeken zal uw zijn verlengen.



Gezegend gij wie God met rozen voedt,

Bepaerld van tranendauw dien englen plengen,

Als smart en zonde een angstvol hart beëngen,

En vlammenrood van stralend englenbloed!



O wreed verstootnen van mijn koning Leven,

Ik trad tot u met reinblank liefdebrood,

In deemoed stil, zoo luttel mocht ik geven.



O bleeke Droomen in mysterie-nood!

Zamelt nu staamlend, in extase-beven,

De hemelrozen, reegnende uit mijn schoot.
Zitieren


Gehe zu:


Benutzer, die gerade dieses Thema anschauen: 1 Gast/Gäste
Forenfarbe auswählen: