30.07.2012, 17:12
.
Bleek drijft de maan op rouwzwart rimpelwater:
Het lelie-aanschijn van een jonge doode.
Bij 't veer - een enkle wenklantaren staat er -
Trilt grillig rood: een koperen pagode.
Hoog stort zijn volle ziel in forsch geklater
Een vogel uit: een zomerjubel-ode,
Vliegt vroolijk op uit d' oeverwilg en baadt er
Zijn wiekje in 't water, 't wieglend koperroode.
Maar 't maangelaat, zoo blank op 't golvendeinen:
Ophelia omblond van halo-haren,
Verschrikt den vogel, die zijn vreugd voelt kwijnen.
Zwart raakt zijn vlucht het zwaar satijn der baren... -
Dan, vleugelvlekje in luchten-parelschijnen,
Is 't vogeltje ten hemel heengevaren.
Bleek drijft de maan op rouwzwart rimpelwater:
Het lelie-aanschijn van een jonge doode.
Bij 't veer - een enkle wenklantaren staat er -
Trilt grillig rood: een koperen pagode.
Hoog stort zijn volle ziel in forsch geklater
Een vogel uit: een zomerjubel-ode,
Vliegt vroolijk op uit d' oeverwilg en baadt er
Zijn wiekje in 't water, 't wieglend koperroode.
Maar 't maangelaat, zoo blank op 't golvendeinen:
Ophelia omblond van halo-haren,
Verschrikt den vogel, die zijn vreugd voelt kwijnen.
Zwart raakt zijn vlucht het zwaar satijn der baren... -
Dan, vleugelvlekje in luchten-parelschijnen,
Is 't vogeltje ten hemel heengevaren.