31.07.2012, 19:29
.
Wen zacht der oogeleden voorhang schoof
Tusschen mijn oogen en het leven, zag
Ik rijzen, klaar gelijk een hemellach,
Op donkeren grond een blanke lelieschoof.
Geschenk van Englen, na een droeven dag,
Als witte vlammen in smaragden loof,
Rezen die leeljen, zeegnend met geloof
De vredepeluw waar ik nederlag.
O gij, die weet hoe al mijn zangen zijn
Gebeden, God, verwin mijn kinderschroom
Voor doodeslaap, zoo kalm na levenspijn.
O geef, zoo 'k leefde in reinheid stil en vroom,
Wen 'k de oogen dicht doe, moe van levensschijn,
Mijn doodenacht een blanken leliedroom!
Wen zacht der oogeleden voorhang schoof
Tusschen mijn oogen en het leven, zag
Ik rijzen, klaar gelijk een hemellach,
Op donkeren grond een blanke lelieschoof.
Geschenk van Englen, na een droeven dag,
Als witte vlammen in smaragden loof,
Rezen die leeljen, zeegnend met geloof
De vredepeluw waar ik nederlag.
O gij, die weet hoe al mijn zangen zijn
Gebeden, God, verwin mijn kinderschroom
Voor doodeslaap, zoo kalm na levenspijn.
O geef, zoo 'k leefde in reinheid stil en vroom,
Wen 'k de oogen dicht doe, moe van levensschijn,
Mijn doodenacht een blanken leliedroom!